Aangifte van overlijden
Een overlijden moet je zo snel mogelijk aangeven bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar de persoon is overleden.
Wie kan het overlijden aangeven
Elke meerderjarige die op de hoogte is van het overlijden. Meestal gebeurt de aangifte door de begrafenisondernemer in opdracht van de familie van de overledene.
Procedure
De vaststelling van het overlijden gebeurt door een geneesheer. Hij stelt een overlijdensattest op. Na de aangifte stelt de loketmedewerker een overlijdensakte op, die het overlijden bewijs en de identiteit van de overledene vaststelt.
Pas na de aangifte en het opmaken van de overlijdensakte krijg je toestemming om de overledene te vervoeren, begraven of cremeren. Het lichaam moet binnen de 7 dagen na overlijden begraven, gecremeerd of van het grondgebied verwijderd worden.
Wat meebrengen
- je identiteitskaart
- het overlijdensattest ondertekend door de geneesheer die het overlijden vaststelde
- de identiteitskaart, en eventueel het rijbewijs en trouwboekje van de overledene
- eventueel een laatste wilsbeschikking van de overledene
Tarief
gratis