Maarke-Kerkem

De deelgemeente Maarke-Kerkem ontstond in 1820, toen de gemeenten Kerkem en Maarke samengevoegd werden. Beide dorpen hebben hun eigen dorpskerk. 

De naam Maarke werd voor het eerst vermeld in een Latijnse tekst uit 864 'villa qui dicitur Marca'. Marca betekent grens of grensplaats. Volgens andere bronnen zou de naam ontstaan zijn uit het Germaans 'Marco' wat ‘de moerassige’ betekent. Maarke werd in de 11de eeuw Marka genoemd.

Prehistorische vondsten wijzen op oude nederzettingen. De Romeinse heerweg die Oudenaarde met Ath verbond, liep doorheen Maarke langs de Eikenberg en Ellestraat.
De oudst bekende heren van Maarke stamden uit het geslacht van Maarke, dat zich ook van Lummene liet noemen. In de 15de eeuw veranderde de heerlijkheid van eigenaar en kwam in het bezit van Pieter de Metteneye, die raadsheer en kamerheer was van Philips de Schone. De heerlijkheid Maarke vormde met de heerlijkheid Ter Borcht een vierschaar die administratief en juridisch bestuurd werd door een baljuw en een schepenbank. Beide heerlijkheden zijn lenen van 'het land van Marke en Ronne'.

De naam Kerkem betekent ‘verblijfplaats nabij de kerk’. Kerkem maakte achtereenvolgens deel uit van de bezittingen van de familie Van Elsene (14de eeuw), de Rocquenghein (15de eeuw), Blondel de Joigni en Vinacourt de Vleter. Kerkem zou lange tijd met Etikhove één heerlijkheid gevormd hebben. Het kerkplein van Kerkem is wellicht het meest idyllische van de gemeente.

dorpszicht Maarke-Kerkem