Kadavers
Kadavers van dieren mogen niet meegegeven worden met het restafval. Bij voorkeur komt het dier bij een erkend verwerker terecht. Er is een verschil tussen gezelschapsdieren en landbouwdieren.
Landbouwdieren:
runderen, schapen, geiten, en dwerggeiten, varkens, hangbuikzwijnen, herten, konijnen, en pluimvee voor commerciële doeleinden.
Gezelschapsdieren:
honden, katten, knaagdieren, konijnen, vissen, kooi- en volièrevogels, duiven, kippen, kalkoenen, kwartels, parelhoenders, eenden, ganzen en fazanten.
Een landbouwdier moet opgehaald worden door een erkend ophaler. Ophaling van landbouwdieren bij particulieren is gratis.
Als je huisdier overleden is, heb je verschillende opties:
- Dierencrematorium
Je kan het gestorven dier zelf naar het dierencrematorium brengen. Sommige crematoria komen het dier ook ophalen. Een overzicht van erkende crematoria voor dierlijk afval vind je op www.vlaanderen.be. - Erkend ophaler
Je betaalt zelf de kosten voor het ophalen. - In je tuin begraven
Dieren die minder dan tien kilogram wegen, mag je in je eigen tuin begraven. Houd rekening met volgende voorwaarden:- de put moet minstens een halve meter diep zijn
- begraaf dieren niet in klei- of leemachtige grond
- gebruik een biologisch afbreekbare verpakking
- begraaf nooit een kadaver op het openbaar domein
- dieren die door een besmettelijke ziekte zijn gestorven mag je niet begraven